Wat is de betekenis van schokken?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

schokken

1) (1860) (Barg.) (gedwongen) geven; betalen. Syn.: aanlappen*; afdokken*; afdoppen*; afkomen*; afschieten*; afschuiven*; aftikken*; berappen*; beschommelen*; besolmen*; besomme*; bloeden*; over de brug* komen; coveren*; dokken*; doppen*; lammeren*; lenzen*; neerdokken*; nossen*; offeren*; opdokken*; opschokken*; payen*; over de pot* komen; roeren*...

2024-04-27
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

schokken

geven; betalen Omstreeks 1860 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, opgesteld door M. Verwoert, indertijd directeur van een gevangenis te Utrecht, voor ‘geven’. Vervolgens in 1906 opgenomen in De Boeventaal van Köster Henke, zowel voor ‘geven’ als voor ‘betalen’. Köster Henke geeft onder meer als voorbeeldzinnen: ‘Schok je...

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

schokken

schokken - regelmatig werkwoord uitspraak: schok-ken 1. korte, heftige bewegingen maken ♢ hij schokte met zijn schouders 2. iemand een heftig gevoel van schrik bezorgen ♢ je schokte hem wel met...

2024-04-27
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

schokken

(< Rotw. schucken, betalen), betalen: Nou mèg jèi schokke ... Halfe Saul! Bram Halve Zool dokte, verbluft dat Karel hem liet betalen, QUERIDO 1, 297.

2024-04-27
Watersport A-Z

Kramer en de Bruin (1971)

Schokken

Schokken - → Pompen 2.

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schokken

v., skokke, stjitte, hoarte; (van het gemoed), oanpakke.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schokken

(schokte, heeft geschokt), I. onoverg., 1. even of telkens een plotseling optredende terugwerkende kracht doen gevoelen, of aan die kracht blootstaan, stoten: die wagen schokt erg; wij schokten hevig op die ongelijke weg; het schip schokt; — wankelen: tronen schokken; —(gew.) zij schokten van het lachen,...

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

schokken

schokte, h. geschokt (1 door een stoot even in krachtige beweging brengen; 2 door een stoot doen wankelen, ontredderen, dikwijls fig.; 3 een plotselinge krachtige[pijnlijke] ontroering geven; 4 [als] door een stoot even of telkens even in krachtige beweging komen; schokken krijgen); 1. een schokkende werking; een snik schokte haar; 2. het verkeer w...