schoelje
...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc De Coster (2020-2025)
(15e eeuw) (scheldw.) gemene kerel; schurk. Afgeleid van het Oudfranse 'escouillon', dat 'vaatdoek' betekent. Vgl. schoelie*. • An den schoelje Kina wille we zelf niet schrijve, maar we wille hem toch late weten waar hij het jonkskie dat van hem is, vinde kan. (Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1870) • ‘Schoelje!’ riep...
Marc de Coster (2007)
gemene kerel; schurk. Afgeleid van het Oud-franse escouillon, dat 'vaatdoek’ betekent. "t Is die schoelje, die oorzaak van alles is,’ bromde Walger op Feiko wijzende. (J. van Lennep, De Roos van Dekama, 1836) Pas op, meneer, ’t zijn hotelratten! Hier, dien schoelje heb ik zelf betrapt! (Het Vaderland, 09/04/1922) De kw...
M. J. Koenen's (1937)
m. schoeljes (o.-Fr. escouvillon = ovendweil: Z.-N. gew. ovenpaal; N.-N. schavuit, schoft, fielt, schelm, schurk, in deze bet. Z.-N. schoelie, schoeljes).
Instituut voor de Nederlandse taal
schoelje zn. 'schurk' categorie: leenwoord Mnl. schoelie 'arme drommel' [1451-70; EDale], 'klaploper, iemand die aan lager wal is' in Schoelien, bradende den harinck om de kijte 'klaplopers, die de haring bakken voor de kuit' [voor 1482; iWNT]; vnnl. schoelje 'schavuit, schurk', in de samenstelling Schoeljebr...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: