Wat is de betekenis van Schijtlijster?

2024-04-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

schijtlijster

Het begrip schijtlijster heeft 2 verschillende betekenissen: 1) iemand die van nature angstig of laf is. iemand die van nature angstig of laf is; lafhartig persoon; bangerik; lafaard; schijtlaars. Vooral gebruikt als scheldwoord. 2) vogel die (veel) poept. niet zelden bewust letterlijk opgevat: vogel - niet noodzakelijk een li...

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

schijtlijster

Kijk onder schijtlaars*.

2024-04-28
Jargon & Slang van Soldaten

Marc De Coster (2017)

Schijtlijster

Schijtlijster - scheldnaam voor een angsthaas, een bangerik. Er bestaan talrijke varianten zoals: schijteend, schijtekster, schijthaan, schijtlaars en schijtluis.

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

schijtlijster

schijtlijster - zelfstandig naamwoord uitspraak: schijt-lijs-ter 1. iemand die bang is ♢ voor mij ben je een schijtlijster als je geen afspraakje met haar durft te maken Zelfstandig naamwoord: schijt-lijs-ter de schi...

2024-04-28
Verklarend en etymologisch woordenboek van de Nederlandse vogelnamen

Klaas J. Eigenhuis (2004)

Schijtlijster

Brabantse volksnaam voor de Grote Lijster, ook in Kalken en Herzele (OVl), en voor de Zanglijster in Gilze-Rijen (NB) en de Spreeuw in Reusel (NB). B&TS suggereren dat de naam ook in Limburg voorkomt, maar WLD noemt de naam nergens. Dat de naam als benoemingsmotief heeft dat de vogel, net als alle andere levende organismen, simpelweg schijt, is...

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schijtlijster

m. en v. (-en), (scheldw.) schijthuis (2.).

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)