Schetteren
v., sketterje.
Van Dale Uitgevers (1950)
(schetterde, heeft geschetterd), 1. een schel, luidklinkend, uit een reeks van herhalingen bestaand geluid geven: de trompetten schetteren ; haar stem schetterde boven alles uit; 2. (Zuidn.) schateren ; — luid en schel babbelen; 3. aanmatigende beweringen, onbekookte op- en aanmerkingen luidkeels verkondigen : de hele tijd...
M. J. Koenen's (1937)
schetterde, h. geschetterd (1 een krachtig, uit een reeks van herhalingen bestaand geluid voortbrengen of vormen, minder helder, meer scheurend dan schateren; 2 druk en luidkeels aanmatigende beweringen, onbekookte aanmerkingen verkondigen, lawaaierig beweren, een grote mond opzetten): 1. dan schetteren de trompetten; 2. de hele avond zat hij te sc...
Jozef Verschueren (1930)
(schetterde, heeft geschetterd) [Intens, van schateren] 1. een schel, scheurend geluid geven: trompetten, horens -; -de vogels. 2. aanmatigende beweringen druk en luidkeels verkondigen: hij zat de hele avond over alles en nog wat te -; op een staatsman -.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(schetterde, heeft geschetterd), 1. een schel, luidklinkend, uit een reeks van herhalingen bestaand geluid geven: haar stem schetterde boven alles uit; 2. aanmatigende beweringen, onbekookte open aanmerkingen luidkeels verkondigen: de hele tijd zit hij over alles en nog wat te schetteren.
J.H. van Dale (1898)
Schetteren - (schetterde, heeft geschetterd), een schel, luidklinkend geluid geven : de trompetten schetteren; hare stem schetterde boven allen uit; — (fig.) door ijdele woordenpraal de aandacht trekken, bluffen. SCHETTERING, v. (-en), het schetteren.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: