schemerig
schemerig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: sche-me-rig 1. tussen licht en donker ♢ het wordt al een beetje schemerig 2. vaag, niet duidelijk ♢ hij houdt zich bezig met een aantal schemerige za...
Muiswerk Educatief (2017)
schemerig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: sche-me-rig 1. tussen licht en donker ♢ het wordt al een beetje schemerig 2. vaag, niet duidelijk ♢ hij houdt zich bezig met een aantal schemerige za...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. (-er, -st), 1. van den aard van schemering, tussen licht en donker: het wordt al schemerig; een schemerig licht; 2. van schemering vervuld: het schemerig prieel; 3. niet helder, vaag: schemerige begrip ven; zich iets schemerig herinneren.
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (tussen licht en duister, onklaar, op onheldere wijze) een schemerig licht, de lamp brandt schemerig.
Jozef Verschueren (1930)
('sche:merəch) bn. en bw. (-er, -st) 1. schemerachtig: het wordt -; licht; de lamp brandt -. 2. van schemering vervuld: een vertrek. 3. niet helder, vaag: -e voorstellingen. 4. niet klaar onderscheidend: -e ogen; een gezicht.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. (-er, schemerigst), 1. van de aard van schemering, tussen licht en donker: een schemerig licht; 2. van schemering vervuld: het schemerig prieel; 3. niet helder, vaag: zich iets schemerig herinneren.
J.H. van Dale (1898)
Schemerig - bn. (-er, -st), een weinig donker, tusschen licht en donker : het wordt al schemerig.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: