Wat is de betekenis van Schemel?

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schemel

m. (-s), 1. laag bankje; — voetbankje; voetplank van een weefgetouw; 2. (wagenm.) dwarshout.

2025-07-15
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Schemel

[Lat. scamillus, verklw. van scamnum = bank] schabel, z.a.

2025-07-15
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Schemel

voetenbank

2025-07-15
De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Schemel

meest algemene verplaatsbare zitmeubel in de middeleeuwen; daarna vnl. rustiek. De vloeren van het eenvoudige woonhuis zonder verdieping waren zelden vlak, en de driepoot was het enige onderstel dat daarop zonder meer stevig stond. De middeleeuwse driepootschemell was licht en zeer sterk. Het was een typisch stoelendraaiersprodukt dat reeds in de r...

2025-07-15
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Schemel

schabel, voetbank, bankje; stoel zonder leuning, krukje, hoge barstoel.

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

schemel

m. schemels, schemeltje (voetenbankje]).

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

schemel

('sche:məl) m. (-s) [➝ schamel] voetbankje.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Schemel

(schamel) [Lat. scabellum], m. (-s), 1. laag krukje of stoeltje op twee of drie poten, zonder leuning, dat in de middeleeuwen veel gebruikt werd als verplaatsbaar zitmeubel; voetplank van een weefgetouw; 2. (wagenbouw) dwarshout.