Wat is de betekenis van Schelf?

2024-04-28
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

schelf

(de, -schelven) hooizolder, strozolder boven een schuur of stal. De schelf bracht nog relatief veel graan op, ondanks het feit dat hij een heel jaar knaagdiertjes onderdak gaf. - HV, 06-09-2001.

2024-04-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Schelf

[Eng. shelf= plank; rotsrand, zandbank] 'voet' van vasteland onder de zeespiegel, van 0-200 m onder water en verscheidene kilometers breed.

2024-04-28
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Schelf

(1) Met zorg opgetaste en dikwijls goed afgedekte hoop hooi (hooiberg), akkergewassen, stro, riet of takkenbossen. Grote s. worden gewoonlijk opgezet voor bewaring, b.v. van wintervoorraad: kleine s. zijn van kortere duur en worden gebruikt voor het nadrogen van veldgewassen, b.v. brouwgerst, vlas, met de bedoeling het gewas grotendeels aan de invl...

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schelf

s., skûne; (vlas) aan schelven zetten, (flaeks)skûnje.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schelf

I. o. (...ven), (gew.) bies, riet. II. v. (...ven).

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

schelf

I. v. (schelven; -je) 1. Eig. mijt van hooi, stro enz. 2. Metn. zolder voor hooi, stro enz. boven schuur of stal. Syn. ➝ mijt. II. o. Gew. bies, riet.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Schelf

v./m. (schelven), kleine hoop van 12-50 schoven, op een speciale manier gestapeld om het drogen door de wind te bevorderen en het inlekken van regenwater te voorkomen; soms met behulp van een ruiter opgebouwd.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Schelf

Het begrip schelf heeft 2 verschillende betekenissen: 1. schelf - schelf - o. (...ven), bies, wier, vandaar: Schelfzee 2. schelf - schelf - v. (...ven), SCHELVE, v. (-n),hoop, stapel: hooischelf. SCHELFJE, o. (-s).