Wat is de betekenis van Scheerling?

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Scheerling

I. v., (plantk.) 1. wilde of dolle kervel, een vergiftige plant (Conium maculatum); 2. gew. benaming voor waterscheerling, pijpkruid en hondspeterselie. II. v. (-en), (gew.) touw dat aan twee of drie hoeken van een vlieger is vastgemaakt en waaraan het vliegertouw bevestigd wordt. III. v., (Zuidn.) wrat afgeschoren is; afgeschoren takje(s...

2025-07-15
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

scheerling

enige zeer giftige schermbloemigen. De bekendste zijn de waterscheerling met haar gekamerde wortelstok en de gevlekte scheerling met rode vlekjes op de stengel. Met haar sap was de gifbeker gevuld die Sokrates moest drinken.

2025-07-15
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

SCHEERLING

(Fr.: giftich piipkrûd). Plant. Gevlekte S. verspreid langs wegen en op ruige plaatsen.Water-S. (Fr.: stjonkwoartel), een gevaarlijke gifplant, in moeras, vooral langs kanten van sloten en op drijftillen.

2025-07-15
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Scheerling

cicuta, zie cicutismus.

2025-07-15
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Scheerling

Cicuta virosa, is een zeer giftige, inheemse plant met grote schermen witte bloemen.

2025-07-15
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Scheerling

s.; gevlekte —, giftich piipkrûd (it).

2025-07-15
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Scheerling

gevlekte (Conium maculatum), plant uit de Schermbloemfam*. Stengel bruinrood gevlekt. Onaangename geur. Langs dijken en wegen. Vergiftig. In de geneeskunde gebruikt.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

scheerling

v. scheerlingen (schermbloemige plant, gewiekte scheerling of dollekervel, giftplant; Lat. conium maculatum; gew. ook pijpkruid, hondspeterselie).