scheepsrecht
...
Van Dale Uitgevers (1950)
o., recht dat op schepen geldt; (spr.) driemaal is scheepsrecht, zegswijze waarmee men een derde herhaling rechtvaardigt of bespot.
M. J. Koenen's (1937)
o. (recht, dat op schepen geldt): zegsw. driemaal is scheepsrecht, alle goede zaken driemaal, scherts, rechtvaardiging voor het driemaal herhalen v. e. handeling.
Jozef Verschueren (1930)
o. recht dat op schenen geldt: driemaal is -, grappige rechtvaardiging voor het driemaal herhalen van een handeling.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o., recht dat op schepen geldt; driemaal is scheepsrecht, zegswijze waarmee men een tweede herhaling rechtvaardigt of bespot.
Jacob van Lennep (1865)
z.n.o. - Recht, aan boord van een schip gedaan. Spreekwijze: Drie maal is scheepsrecht (alle goede zaken bestaan in drieën): het gezegde is daarvan herkomstig, dat aan boord vele zaken in drieën gedaan worden. Zoo hoort men by het strakzetten van stag en want Een, twee, drie! Zet aan! Zoo wordt een Hoezee driewerf aangeheven. Zoo, wannee...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: