Wat is de betekenis van -schap?

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

-schap

-schap - Achtervoegsel 1. (f): maakt van een bijvoeglijk naamwoord een zelfstandig naamwoord dat een toestand aanduidt zwanger → zwangerschap blij(de) → blijdschap 2. (n): omschrijft een geheel of een instelling dat iets omvat, vaak op basis va...

2025-07-15
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-07-15
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

-schap

-schap achterv. Onl. watarskap 'waterloop, waterbron' [709; ONW], urkuntskap 'getuigenis' [10e eeuw; W.Ps.], giselliskap 'gezelschap' [ca. 1100; Will.]. Oorspr. een vrouwelijk nomen actionis bij de wortel van scheppen 1 'creëren'. Zie ook ...