Wat is de betekenis van Schafttijd?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schafttijd

m. (-en), tijd waarop geschaft wordt.

2025-07-15
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schafttijd

s., skoft (it).

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

schafttijd

m. (-en) tijd dat arbeiders schaften, eten. Syn. schofttijd.

2025-07-15
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Schafttijd

m. (-en), onderbreking van de arbeid (in loondienst) teneinde werknemers in de gelegenheid te stellen een maaltijd te nuttigen. De schafttijd is in Nederland als rusttijd geregeld in de Arbeidswet en de op deze wet gebaseerde werktijdenbesluiten. In België is de schafttijd bij de wet van 14.6.1921 geregeld.