Wat is de betekenis van schaapherder?

2024-04-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

schaapherder

iemand die schapen hoedt. iemand die voor zijn beroep een kudde schapen in de open lucht hoedt; ook: het beroep van schaapherder. Voorbeelden: Iedere ram wordt immers op de buik gemerkt met een andere kleur, zodat de schaapherder kan zien wanneer zijn schaap precies gaat bevallen. De Standaard, 1996 Voor een schaapherder is d...

2024-04-28
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Schaapherder

Hij geeft ons via het onbewuste de raad om ons aan te passen en de wet niet te overtreden - net zoals de schapen die er in zekere zin door de honden van de herders op worden gewezen, dat ze bij de kudde moeten blijven. (Zie ook ‘Herder’).

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schaapherder

s., skeper, skieppehoeder.

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schaapherder

m. (-s).

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

schaapherder

m. schaapherders (herder, die schapen hoedt; Z.-N. witte kwikstaart).

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

schaapherder

('scha:p) m. (-s) herder die de schapen hoedt.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

schaapherder

m. (-s), persoon die schapen hoedt.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)