Wat is de betekenis van samentrekken?

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

samentrekken

samentrekken - onregelmatig werkwoord uitspraak: sa-men-trek-ken 1. in elkaar trekken en kleiner worden ♢ mijn mond trok samen van de zure appel 2. van twee lettergrepen één maken ♢ 'weder' werd...

2024-04-29
Lesbotaal Lexicon Lesbiaans : lexicon van de lesbotaal

Hanneke Kunst en Xandra Schutte (1991)

Samentrekken

Samentrekken - daar trekt mijn kut niet van samen, daar raak ik niet opgewonden van. Waarom plaatsen jullie bij dat ijzergave artikel over onze wortels een mierzoet prentje van een drietal oude muzen ? Moet dat een lesbisch wereldbeeld verbeelden? Nou, daarvan trekt mijn kut in elk geval niet samen! (Homologie, 1985 nr.4).

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Samentrekken

v., gearlûke; (door indroging), biklinke, bigear(j)e; de mond trekt je samen (door iets wrangs), de mûle riuwt jin byinoar.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Samentrekken

(trok samen, heeft en is samengetrokken), 1. naar elkaar, opeen of dichter bij elkaar trekken : de wenkbrauwen samentrekken, ze fronsen; — door trekken doen sluiten: een strik, een knoop samentrekken; 2. (van troepen) tot een geheel verenigen, bijeentrekken, samenvoegen: een legermacht samentrekken; 3. door trekken tot...

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

samentrekken

trok samen, h. (1, 2, 3), i. (4) samengetrokken (1 naar elkander trekken, bijeentrekken; 2 door trekken tot een kleinere omvang brengen; 3 spraakk. van twee lettergrepen of van twee of meer zinnen: door verkorting [d. i. uitstoten van letters, weglaten van gemeenschappelijke zindelen] tot een maken; 4 naar elkander toe trekken; zich samentrekken):...

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

samentrekken

('sa:mən) (trok samen, samengetrokken) I. (heeft) 1. naar elkander trekken, bijeentrekken : de lippen -; troepen -; de wolken trekken zich samen. 2. door trekken tot een kleinere omvang brengen : -de spieren ; hei papier trekt zich in rimpels samen. 3.door verkorting, weglating, tot een lettergreep of zin maken : ..saam” is samengetrok...

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Samentrekken

(trok samen, heeft en is samengetrokken), 1. bijeentrekken: de wenkbrauwen samentrekken, ze fronsen; 2. (van troepen) tot een geheel verenigen, bijeentrekken, samenvoegen: een legermacht 3. door trekken een kleinere omvang aannemen: door koude trekken veel lichamen zich samen.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)