Wat is de betekenis van samenstel?

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

samenstel

samenstel - zelfstandig naamwoord uitspraak: sa-men-stel 1. wat uit onderdelen is samengevoegd ♢ er is een samenstel van nieuwe maatregelen bekendgemaakt Zelfstandig naamwoord: sa-men-stel het samenstel

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Samenstel

s.n., gearstal (it), makkelei (it).

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Samenstel

o., 1. wat samengesteld is, uit onderdelen of verschillende bestanddelen gevormd geheel: een kunstig samenstel; een samenstel van regels en bepalingen ; — systeem, stelsel; 2. wijze waarop iets samengesteld is, inrichting, bouw: het samenstel van het menselijk lichaam, van een orgel.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

samenstel

o. (uit onderling verschillende bestanddelen gevormd geheel; wijze van samenstelling: inrichting, bouw).

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

samenstel

('sa:mən) o. 1. Eig. het samengestelde, inrichting, bouw. 2. Metn. wijze van samenstellen.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Samenstel

o., 1. wat samengesteld is; uit onderdelen of bestanddelen gevormd geheel: een kunstig een samenstel van regels en bepalingen; systeem, stelsel.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Samenstel

Samenstel - o. wat samengesteld wordt of is, toestel: een kunstig samenstel; — inrichting, bouw: samenstel van het menschelijk lichaam; —wijze van vervaardigen : het samenstel van een orgel.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)