sakker
(19e eeuw) (< Fr. sacré) (Vlaanderen) bastaardvloek; uitroep van frustratie of boosheid. Sakkeren voor 'vloeken, foeteren' komt al in de 17e eeuw voor. • ‘Sakker neet zoo!’ zei Dorus tegen Wullemke den péérdsknecht op den akker, ‘dao gunds kumpt de meister mit den Heerzoon!’ (De Gids. Jaargang 6...