rusticanus
rusticánus (-a, -um), - van Lat. rustĭcus, boer, boersch: boersch, op het (boeren)land groeiend. Ruta /
Dr. C. A. Backer (1936)
rusticánus (-a, -um), - van Lat. rustĭcus, boer, boersch: boersch, op het (boeren)land groeiend. Ruta /
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
van de landman, land-, vita, Cic., homo, zich met de landbouw bezighoudende, Cic., vir, op het land opgegroeid, Cic.; plur. subst., rusticani, ōrum, m. landlieden, Eutr.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: