Wat is de betekenis van ruimschoots?

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ruimschoots

ruimschoots - bijwoord uitspraak: ruim-schoots 1. in ruime mate ♢ we waren ruimschoots op tijd Bijwoord: ruim-schoots

2024-04-26
Watersport A-Z

Kramer en de Bruin (1971)

Ruimschoots

Ruimschoots - koers bij ruim invallende achterlijke wind.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ruimschoots

adv., ryklik, rom.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ruimschoots

I. bw., 1. eig., als scheepst.: ruimschoots zeilen, met ruime schoot, met bagstagwind (meer achterlijk dan dwars). 2. (fig.) in ruime mate, in meer dan genoegzame hoeveelheid: zo heb ik ruimschoots genoeg; iem. ruimschoots betalen; — mild, overvloedig: ruimschoots geven. II. als bn., (w. g.) rijkelijk, royaal:r...

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ruimschoots

bw., bn. (eig. met ruime schoot: in ruime mate, meer dan genoeg): zijn straf ruimschoots verdiend hebben; ruimschootse aalmoezen, overvloedig.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ruimschoots

('ruim) 1. bw. [met ruime, gevierde schoot van een zeil] 1. Scheepst. bij voordelige, gunstige wind : zeilen. 2. in ruime mate, volop : genoeg hebben; zijn straf verdiend hebben. II. bn. rijkelijk. overvloedig : -e aalmoezen.

2024-04-26
Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Ruimschoots

D.w.z. in ruime mate, volop. Dit woord is aan het zeewezen ontleend, waarbij men onder ruimschoots zeilen (nd. raumschots segeln) verstaat zeilen met gevierden schoot, d.i. het touw, waarmede men het zeil kan aanhalen en vieren (Winschooten, 236); voor den wind. Zie Krul, Minnespiegel, 226; Beaumont, 78; Vondel, Adam in Ball. 49:Wy zullen in den wi...

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Levende taal verklarend woordenboek

T. Pluim (1921)

Ruimschoots

is aan ’t zeewezen ontleend; het bet. met ruime schooten zeilen en een schoot is het touw, bevestigd aan den hoek van een zeil, waarmee men dit aanhaalt of laat vieren. Ruimschoots zeilen is dus: zonder eenige beperking zeilen.