Wat is de betekenis van Ruimer?

2024-04-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

ruimer

voorwerp om ‘n gat in hout of yster groter te maak.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ruimer

m. (-s), 1. die ruimt (in alle bet.); nachtwerker. 2. ruimijzer of -naald. 3. ruimende wind.

2024-04-28
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Ruimer

werktuig voor het ruimen (wijder maken) van gaten.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Ruimer

m. (-s), 1. persoon die ruimt; 2. verspanend snijgereedschap voor het zuiver op de gewenste maat brengen van een voorbewerkt gat; 3. ruimende wind. De werking van een ruimer komt overeen met die van een mantelfrees, alleen is de spaandikte bij ruimen ten hoogste 0,2 mm. Ruimers zijn enigszins taps; het verloop in middellijn is slechts 0,0010,003...

2024-04-28
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Ruimer

zie Opruimer.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Ruimer

Ruimer - m. (-s), die of dat ruimt (in alle bet.); nachtwerker. RUIMSTER, v. (-s), zij die ruimt.