Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Ruimer

betekenis & definitie

m. (-s),

1. persoon die ruimt;
2. verspanend snijgereedschap voor het zuiver op de gewenste maat brengen van een voorbewerkt gat;
3. ruimende wind.

De werking van een ruimer komt overeen met die van een mantelfrees, alleen is de spaandikte bij ruimen ten hoogste 0,2 mm. Ruimers zijn enigszins taps; het verloop in middellijn is slechts 0,0010,003 mm. Het ruimen kan zowel met de hand als machinaal geschieden. De snijtanden van ruimers zijn gewoonlijk recht, d.w.z. zij lopen evenwijdig aan de lengteas. Voor zeer glad werk gebruikt men ruimers met schroeftanden; deze zijn echter moeilijk na te slijpen. De richting van de schroeftanden moet tegengesteld zijn aan de draairichting van de ruimer opdat deze zich niet vastschroeft in het gat.

Machineruimers hebben ter geleiding in het gat een korte kegelvormige neus. Er zijn verstelbare ruimers voor gatmiddellijnen van 10-20 mm.