rottingolie
(18e eeuw) (Barg.) stokslagen; klappen; slaag: 'hij krijgt rottingolie.' Reeds in het Woordenboek der Nederduitsche en Fransche Taalen (1710) van F. Halma. Syn.: handgeld*. • Met rottingolie heb ik haar op straat gedreven. (Gerhardus Heinrich Nagel: Schetsen uit mijne Javaansche portefeuille. 1828) • Die zal zoo mal niet wezen om zich hi...