Wat is de betekenis van Rotsen?

2024-04-29
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

rotsen

(rotste, gerotst) hard rijden. Er wordt van stoepen gerotst, haaks gedraaid en op het einde zelfs wat rampen van een inline-skatecentrum op- en afgevlogen. Het is opbod in kicks. En blijkbaar haakt men zo het best naar de jeugd. - HN, 24-09-1999. Zie rondlopen, stoeien, ravotten.

2024-04-29
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

rotsen

Vlug en hard rijden, rossen; vaak in de verb. rijden reizen en rotsen e.d.; ook in ruimere zin: rondlopen, rondtrekken; - van kinderen: ravotten, stoeien. Hij rotst en rijdt, beluistert harten en longen, verzorgt zweren en wonden en mazelen, keelpijn en griep zijn er altijd. Barenden roepen hem te hulp, stervenden moet hij bijstaan en hij do...

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rotsen

I. onbep. w., 1. (Zuidn.) rossen: rijden en rotsen; — rondlopen. 2. (gew.) ravotten, stoeien. II. (rotste, heeft gerotst), (Zuidn.) een muur zodanig bepleisteren, dat hij op een afstand van rotssteen schijnt gebouwd.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

rotsen

rotste, h. gerotst (Z.-N. rossen I).

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

rotsen

('rotsən) (rotste, heeft gerotst) door bepleistering op rotssteen doen gelijken : een huis -.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Rotsen

Rotsen - (rotste, heeft gerotst), een huisgevel zoodanig bepleisteren, dat hij op een afstand van rotssteen schijnt gebouwd.