Wat is de betekenis van rooster?

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

rooster

rooster - zelfstandig naamwoord uitspraak: roos-ter 1. raamwerk van metaal ♢ er lag een rooster bij de deur waarop we onze voeten moesten vegen 2. schema waarin staat in welke volgorde en door wie de dingen gedaan moeten worden...

2024-04-28
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

rooster

iemand op de rooster leggen (kritisch ondervragen); de i.p.v. het

2024-04-28
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

rooster

- iemand op de roosterleggen, iemand aan de tand voelen, iemand het vuur aan de schenen leggen. De man en de vrouw verschenen gistermiddag voor magistraten, die achter gesloten deuren beslisten tot verlenging van de aanhouding van het tweetal met 36 uur. Daardoor kreeg de politie extra tijd om het koppel op de rooster te leggen. - DM, 19-08-...

2024-04-28
Woordenboek Nederlandse termen van Bibliotheek en documentaire informatie

dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)

rooster

zie: dienstrooster.

2024-04-28
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

rooster

In de uitdr. iem. op de rooster leggen, iem. op de pijnbank leggen, iem. duchtig aan de tand voelen, het vuur na aan de schenen leggen, iem. scherp beoordelen enz. Reeds is Jan de Lichte het kasteel kunnen binnendringen, en hebben zij een der wachters op de roosters kunnen leggen, BOON 1975, 97. Desondanks zijn het journalisten die op de ro...

2024-04-28
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

rooster

rooster - vrouwelijk schaamdeel; eig. ‘soort raamwerk om vis of vlees boven het vuur te braden’ (vgl. oven, bakken). De Juffers die geen Worst en krygen tot haar Rooster, Behelpe menigmaal haar met een f 'elpen (= fluwelen, H.) Trooster, Koddige Opschriften 1, 18 [1698-1700].

2024-04-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

rooster

ystertraliewerk waarop vuur gemaak word, waarop iets op vuur gebraai word; lys van lesse; werkprogram; rakkie bo-op agterwiel van flets; gerooster, (op rooster), braai (vleis, snye brood).

2024-04-28
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Rooster

1. (veet.) Het gehemelte van het paard wordt onderscheiden in het harde en zachte gehemelte. Het eerste vormt de bovenvlakte der mondholte, begint achter de snijtanden en gaat nabij de 5e kies in het zachte gehemelte over. Dit laatste is een naar beneden hangend vlies, dat de mondholte van de keelholte scheidt en dat bij het paard zo lang is, dat d...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Rooster

s., reaster, roaster, ruster.