Wat is de betekenis van rins?

2024-04-27
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

rins

zuurachtig; zurig. lichtjes zuur of zuurachtig; zowel met positieve connotatie in de zin van: friszuur, als met negatieve bijgedachte voor: zurig. Voorbeelden: Doe wijn, honing en ciderazijn in een pannetje, verwarm het mengsel al roerend met een houten lepel tot de honing is opgelost en laat het vervolgens inkoken tot ½ decil...

2024-04-27
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Rins

Zie Rein

2024-04-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Rins

lichtzuur

2024-04-27
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Rins

Het woord rins gebruiken wij in de betekenis: aangenaam zuur, lichtelijk zuur. Het is hetzelfde woord als Rijns in de zin van: wat aan de rivier de Rijn toebehoort of daarvan afkomstig is. Natuurlijk wordt het meestal gebruikt in samenhang met het woord wijn. Vroeger sprak men van Rijnsche wijn of Rijnswijn, geschreven Rijnschwijn. In de 19e eeuw e...

2024-04-27
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Rins

v -> Rein (Fri.).

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rins

bn. (-er, meest —), lichtelijk zuur, zuurachtig: rinse appelstroop.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

rins

bn.; fris-zuur: deze wijn is rins.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

rins

= → rijns.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Rins

bn. (-er, meest -), (ook: rens, rijns), fris zuur: rinse appelstroop.