rins
zuurachtig; zurig. lichtjes zuur of zuurachtig; zowel met positieve connotatie in de zin van: friszuur, als met negatieve bijgedachte voor: zurig. Voorbeelden: Doe wijn, honing en ciderazijn in een pannetje, verwarm het mengsel al roerend met een houten lepel tot de honing is opgelost en laat het vervolgens inkoken tot ½ decil...