Wat is de betekenis van riks?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

riks

rijksdaalder. Voorbeelden: Van de 6 miljard dubbeltjes, kwartjes en riksen die DNB na de oorlog heeft uitgegeven, is nog ongeveer de helft in omloop. DNB, die normaal alleen papiergeld terugneemt, moet straks 12 miljoen kilo munten verwerken. de Volkskrant, 7 februari 2001 Ik ben naar de koster gegaan met een smoesje. Ik wilde...

2024-04-26
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Riks

Zie Hendrik

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Riks

Riks - Eigennaam 1. genitief van Rik

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

riks

riks - zelfstandig naamwoord 1. muntstuk van twee en een halve gulden ♢ een kopje koffie kostte vroeger een riks Zelfstandig naamwoord: riks de riks de riksen het riksje...

2024-04-26
Jargon & Slang van Studenten

Marc De Coster (2017)

Riks

Riks - slang voor een rijksdaalder. Eig. een verkorting van rijkspop. Vgl. ook pop. De student kwam vroeger weleens in contact met de lommerd, uitdragers en geldschietende joden. Vandaar de grote invloed van Bargoense woorden in de studententaal. Slordig werk heb je geleverd, moet ik daar een riks voor betalen? - Boudewijn Büch, De rekening (1989)...

2024-04-26
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Riks

m -> Hendrik (In het zuidoosten van Vla.).

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Riks

m. (-en), (gemeenz.) rijksdaalder.

2024-04-26
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

riks

rijksdaalder.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

riks

m. -en; spreekt. rijksdaalder.