Rif
o., I. (-fen), (bijz. stijl) 1. dood lichaam: ’t bloedig rif (Tollens); 2. geraamte. II. (-fen), lange, smalle ondiepte in zee, gevormd door zand, klippen of koraal. III. (reven), (zeilv.) horizontale strook aan een zeil die kan worden ingenomen, waardoor het zeil bij sterke wind wordt verkleind ; reef: een rif steken ; &mdash...