Wat is de betekenis van Revolutiebouw?

...

m., onsolide huizenbouw van slechte materialen (in de grote steden) vóór de woningwet.

Eentonige bebouwing van arbeiderswoningen die uit commercieel oogmerk is opgezet met de bedoeling om op een zo gering mogelijk oppervlak zoveel mogelijk woningen te bouwen. Vooral in de periode 1865-1900. De kwaliteit van deze door speculanten-eigenbouwers in hoog tempo opgetrokken rijen huizen liet zeer te wensen over. Voorbeelden: Kinkerbuurt en...

Revolutiebouw is de naam voor niet-solide huizenbouw met slechte materialen in de grote steden, die in een hoog tempo zijn gerealiseerd.

onsolide woningbouw.

vaak voorkomende „moderne” huizenbouw in grote steden: onsolide, alles op een koopje, van de slechtste materialen, wel „ogend”, maar vol verborgen gebreken.

m.; wijze van huizenbouw, door het volk genoemd: licht, dicht en onsterk.

De sterke bevolkingsvermeerdering der West-Eur. groote steden na 1850, als gevolg van hygiënische (bevolkingsvermeerdering) en economische (trek naar de groote stad) factoren, heeft geleid tot het ontstaan van speculatiebouw van woonhuizen. Deze werden nl. niet meer opgericht op bestelling van den toekomstigen bewoner, doch door een ondernemer...

m. lichte,onsterke huizebouw in de grote steden.