regimen
1. leefregel, dieet; 2. regime; stelsel; 3. regering.
Wat is de betekenis van REGIMEN?
Woordenboek Nederlands -Latijn
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
Rēgĭmĕn
mĭnis, n. 1. besturing, leiding, navis, Tac., cohortium, commando, Tac. | overdr., regering, bestuur, magistratus totius, Liv., omnium rerum, Liv., absol. = regering, heerschappij, Tac. 2. het besturende, vand. (poët.) = het roer. | overdr., de bestuurder, rerum (van de staat), Liv.
Spaans woordenboek (SP-NL)
Dr. C.F.A. van Dam (1948)
régimen
m. regering; regeringsvorm, staatsbeheer; voorwerp (spraakk.); dieet, leefregel; pl. regímenes.
Latijns-Nederlandsch Lexicon
Stephanus Axters (1937)
REGIMEN
1. Levenswijze. Regimen communitatis, Gemeenschap van goederen. Regimen communitatis conventionalis, Overeengekomen gemeenschap van goederen. Regimen communitatis exclusivum, Uitsluiting van gemeenschap van goederen. Regimen dotale, Bruidschattelijk beheer, DOSFEL 234 (HUWELIJK)[B]. Regimen hypothecale,[/B] Hypotheekstel...
Pinkhof geneeskundig woordenboek
Herman Pinkhof (1923)
Regimen
(Lat., leiding, regeering), ziekendieet. R. salernitanum, geneeskundig leergedicht van de school van Salerno.
Uitheemsche geneeskunde termen
dr. H. Pinkhof (1923)
Régimen
(Lat., leiding, regering), ziekendieet. R. salernitanum, geneeskundig leergedicht van de school van Salerno.
Gerelateerde zoekopdrachten