Wat is de betekenis van Rechterlijk?

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

rechterlijk

rechterlijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: rech-ter-lijk 1. wat met de rechter te maken heeft ♢ het was een rechterlijke beslissing 1. de rechterlijke macht [degenen die recht spreken]...

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Rechterlijk

adj. & adv., rjochterlik; de e macht, it (ge)rjocht.

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rechterlijk

bw., behorend tot, eigen aan, betrekking hebbend op een rechter of het rechtswezen : de rechterlijke waardigheid; — de rechterlijke macht, een van de drie machten in onze staat, de rechtsprekende functie; (concr.) het geheel van de rechtsprekende lichamen ; een rechterlijk persoon, de rechter ; bij rechterlijk vonnis, bij vonnis van een recht...

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

rechterlijk

bn., bw. (eigen aan, behorende aan, betrekking hebbende op een rechter, van of door een rechter, tot het rechtswezen behorende; zie echter rechtelijk): de rechterlijke macht, de rechterlijke organisatie, nl. kantongerecht, arrondissementsrechtbank, gerechtshof, de hoge raad; een rechterlijk onderzoek, het rechterlijk ambt, een rechterlijke uitspraa...

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

rechterlijk

('rechtərlək) bn. en bw. van, eigen aan, volgens, betreffende de rechter, het recht : de -e waardigheid; een ambt, onderzoek; de -e inrichting, organizatie; een vonnis ; iets beslissen; de -e macht; de -e plichtenleer.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

rechterlijk

bn. en bw., behorend tot, eigen aan, betrekking hebbend op een rechter, het rechtswezen of de rechtsbedeling: een rechterlijk persoon, een rechter; de rechterlijke macht, een van de drie machten in de staat, de rechtsprekende functie; bij vonnis, bij vonnis van een rechter.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Rechterlijk

Rechterlijk - bn. bw. tot een rechter behoorende, van een rechter: de rechterlijke waardigheid; — tot het rechtswezen behoorende; de rechterlijke macht, de rechters; — een rechterlijk persoon, een rechter; — bij rechterlijk vonnis, bij vonnis van een rechter; — verkoop op rechterlijk gezag, op last van een rechter; &mdas...