Wat is de betekenis van ratelier?

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Ratelier

geweerrek; pijpenrek

2024-04-26
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Râtelier

ruif; ge weerrek; rek voor gereedschap; fietsenrek; gebit, vals gebit; râtelier à pipes, pijpenrek; râtelier de perles, parelsnoer; manger à deux râteliers, van twee wallen eten.

2024-04-26
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

ratelier

(Fr.) m. 1 geweerrek, fietsenrek; 2 volledig kunstgebit.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ratelier

m. rateliers (Fr. [v. Lat. rastellum = hark]: geweerrek; kunstgebit), (ier = jé).

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

ratelier

ratelier - m., ruif; geweerrek; pijpenrek; kunstgebit.

2024-04-26
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Ratelier

geweerrek; ook: kunstgebit.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Ratelier

RATELIER (Fr.) m. (-s), (mil.) geweerrek.

2024-04-26
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

ratelier

ratelier - m. (rateliers), (mil.) geweerrek