Wat is de betekenis van raster?

raster - zelfstandig naamwoord uitspraak: ras-ter 1. raamwerk van metaal ♢ het vlechtwerk heeft de vorm van een raster 2. punten en lijnen die samen een beeld vormen ♢ het raster van deze foto i...

Raster - half beeld; lijnenpatroon door de elektronenbundel gevolgd om het televisiebeeld uit te tekenen.

Nederlands literair tijdschrift dat onder redactie van H.C. ten Berge (1938) verscheen van 1967 tot 1972. Daarna werd het voortgezet als ‘tijdschrift in boekvorm’, zonder abonnees en alleen verkrijgbaar in de boekhandel; de redactie is dan uitgebreid met o.a. J.F. Vogelaar (1944) en J. Bernlef (1937). Het blad zette de vooroorlogse lijn van het exp...

Een raster is een zeer gelijkmatige verdeling van punten, lijnen of arceringen. Is gebruikt bij het drukken om een origineel om te zetten in tonen. Hoe groter de punten hoe donkerder de toon, hoe kleiner de punten hoe lichter de toon.

[v. MLat. rastellum = draadtralie, rooster, van Lat. raster = tweetandig houweel, vgl. OFr. rastel = getand voorwerp, hark; vgl. Ned. ruif] 1 hekwerk van latten, netwerk van gevlochten ijzerdraad; 2 glasplaat met fijne horizontale en verticale lijnen die voor reproduktie van foto's in d...

hekwerk; netwerk van kruisende lijnen

Tv-beeld, bestaande uit horizontale lijnen die volgens een bepaalde standaardnorm, bijvoorbeeld PAL, worden geschreven.

plaat van glas of kunststof met elkaar kruisende lijnen of verlopende lijnen of punten, waar doorheen een model (bijvoorbeeld illustratiemateriaal) wordt gefotografeerd, met als resultaat de weergave van halftoonwaarden door middel van punten van verschillende grootte. - halftoonraster.

raster - Roosters van horizontale en verticale lijnen die worden gebruikt als hulpmiddel bij het opmaken van grafisch materiaal.