Wat is de betekenis van Rak?

2024-04-29
Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Rak

Gedeelte van een vaart, vaak een recht stuk van een rivier(tje) tussen twee bochten. In de provincie Groningen komen voor: 't Rechte Rak = het gedeelte van het Termunterzijldiep tussen het Scheemder Verlaat en Scheemderzwaag, het Tuikwerder Rak (Gron.: Toekerder Rak) bij Tuikwerd ten Z. van Delfzijl in het Damsterdiep, 't Rak bij Muntenda...

2024-04-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Rak

recht stuk van een vaart

2024-04-29
Watersport A-Z

Kramer en de Bruin (1971)

Rak

Rak - deel van een wedstrijdbaan tussen twee merktekens.

2024-04-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

rak

stellasie om iets op te pak (bv. boeke); web (spinnekop).

2024-04-29
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

RAK

Een recht stuk weg of recht stuk in een bochtig vaarwater, daardoor lastig voor de scheepvaart. 'It rak fan ungemak’ bij Irnsum. Er zijn talloze R.en in Frl. Zie: Fr. Plaknammen i, 68-69; Moerman, 187.

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Rak

s.n.; (recht stuk vaarwater), rak (it), rek (it).

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rak

o. (-ken), (zeilv.) 1. band, beugel of ketting waarmee een strijkende ra rond de steng is bevestigd, .zodat de ra langs de steng bewogen kan worden: bij het hijsen en strijken der raas glijdt het rak langs de steng; — het rak aannaaien, het rak rond mast of steng vastmaken; bij vaste raas een vork waarmee de ra aan de mast is b...

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

rak

o. rakken [recht uitlopende strook v. weg of vaart; rechte rij of reeks): een ruim bezeild rak; in samenst. Damrak, Skagerrak; vero. elzenrak, rij.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Rak

Gedeelte van een vaarwater, dat ongeveer recht loopt, of gedeelte eener rivier tusschen twee opvolgende bochten. Het woord komt ook in samenstelling voor bij benamingen van zeegaten en riviermondingen (Zuid-Oostrak, Rak van Scheelhoek, enz.) en is dan gewoonlijk een vrijwel rechtloopend stuk vaarwater, dat twee grootere waterwegen verbindt. Wissman...