Wat is de betekenis van Radicitus?

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Radicitus

(Lat.) tot de wortel, geheel en al, radicaal.

2024-04-28
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Rādīcĭtŭs

a d v. met de wortel, inz. fig. = met wortel en tak, geheel en al.

Gerelateerde zoekopdrachten