Wat is de betekenis van QUESNEL?

Paschasius (1634-1719), Frans theoloog, was een leerling der Jezuïeten en van de Sorbonne en werd Oratoriaan (tot 1685). Hij bewerkte het stichtelijke boek van Nic. Jourdain Verbi incarnati verba tot het zijn omvangrijke eind vorm kreeg als Le Nouveau Testament avec des réflexions morales (1699). Hij sloot zich bij de Jansenisten aan, o...

(ke’nel) (Pasquier), Frans godgeleerde, * 1634 te Parijs, leider der jansenisten na de dood van Antoine Arnauld, stichtte in Nederland de thans nog bestaande jansenistische sekte, ♱ 1719 te Amsterdam. * jansenisme.

Pasquier, Frans theoloog, *14.7.1634 Parijs, †2.12.1719 Amsterdam. Na 1622 leidde Quesnel in Parijs een kweekschool van de oratorianen. Voor zijn leerlingen schreef hij aantekeningen op de boeken van het NT, waaruit zijn Le Nouveau Testament en français, avec des réflexions morales sur chaque verset (4 dln. 1692-93) gegroeid i...

Quesnel (Paschasius), een verdienstelijk R. Katholiek godgeleerde, geboren te Parijs den 14den Julij 1634, trad in 1657 in den geestelijken stand en werd 2 jaar daarna tot priester gewijd. Reeds door zijne uitgave der werken van Leo de Groote (1675, 2 dln), waarin hij de voorregten der Gallicaansche Kerk verdedigde, had hij zich het misnoegen van d...