Quércus macrocárpa MICHX
O. N.-Amerika, Canada; 40 m. Jonge twijgen stevig, eerst dicht behaard, later kaal. Bladknoppen met in de winter vaak blijvende steunblaadjes. Bladeren 15-30 cm lang, bovenzijde donkergroen, kaal, onderzijde kort grijs-viltig behaard, omgekeerd-eivormig, meestal met 4-5 lobben aan elke zijde, de middenlob het diepst ingesneden; bladsteel tot 2 cm l...