Wat is de betekenis van Punteren?

2024-04-29
Jargon & Slang van Voetballers

Marc De Coster (2017)

Punteren

Punteren - met de punt van de schoen tegen de bal trappen. Wordt in de voetbalsport beschouwd als een 'noodtrap van beginners'.

2024-04-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Punteren

[v. punt, van Lat. punctum, z.a.][i] [/i]1 van stippels voorzien; 2 de voorlopige voorwaarden opstellen.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Punteren

I. PUNTEREN (punterde, heeft gepunterd), met een punter varen, resp. vervoeren. II. PUNTE'REN (punteerde, heeft gepunteerd), (<Fr.Lat.), 1. stippels zetten, stippelen; — (bij graveurs) pointilleren; 2. de eerste punten (b.v. van een verdrag) optekenen; — (vandaar ook) een voorlopig plan opmaken, beramen; 3. (een tekst) van p...

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

punteren

I. gepunteerd (afstippelen, bestippen [voor het afwerken van metalen]; de voorlopige voorwaarden ener overeenkomst vaststellen). II. punterde, h., i. gepunterd (met, in een punter varen).

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

punteren

I. ('puntərən) (punterde, heeft gepunterd) 1. met een punter varen. 2. met een punter vervoeren. II. (pun’te:rən) (punteerde, heeft gepunteerd [Lat. punctum, stip] 1. afpunten, afstippen: een stuk metaal om het te kunnen afzagen. 2. de voorlopige punten van een overeenkomst optekenen. 3. naar een bepaald punt richten: een kanon -.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

punteren

[Lat.], (punterde, heeft gepunterd), 1. stippels zetten, stippelen; (bij graveurs) pointilleren; 2. de eerste punten (b.v. van een verdrag) optekenen; (vandaar ook) een voorlopig plan opmaken, beramen; 3. (een tekst) van punten voorzien, puncteren; 4. (muziek) een punt zetten bij noten ter onderscheiding van andere.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Punteren

Punteren (punterde, heeft gepunterd), met een punter varen; — (zeew.) het anker punteren, met een punthaak vangen.