Wat is de betekenis van pruttelen?

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

pruttelen

pruttelen - regelmatig werkwoord uitspraak: prut-te-len 1. zachtjes koken en borrelen ♢ de soep staat te pruttelen op het fornuis 2. zachtjes mopperen ♢ Sven pruttelde wat over het slechte weer...

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Pruttelen

v., prottelje, protte, grine, eamelje, grommelje; (op het vuur), snoarje, snuorje, soarje, snoarkje, konkelje, popelje, poperje, sjorrelje, sjurrelje, prottelje.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pruttelen

(pruttelde, heeft geprutteld), I. het geluid maken van en vand. als term voor zachtjes koken, borrelen (op het vuur): de rijst staat te pruttelen; — morren, binnensmonds mopperen: wat heeft hij te pruttelen? waarover is hij ontevreden?

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

pruttelen

pruttelde, h. geprutteld, ook preutelen (1 borrelend koken; 2 mopperen): 1. de brij, de koffie staat op het vuur te pruttelen; 2. het oudje deed niets dan pruttelen over de duurte.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

pruttelen

(‘pruttələn) (pruttelde, heeft geprutteld) 1. borrelend koken : de pap staat te -. 2. ontevreden binnensmonds praten, morren.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

pruttelen

(pruttelde, heeft geprutteld), 1. zachtjes koken, borrelen (op het vuur): de rijst staat te pruttelen; 2. (onoverg. en overg.) morren, binnensmonds mopperen of tegenspreken: wat heeft hij te pruttelen?.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Pruttelen

Pruttelen - (pruttelde, heeft geprutteld), zachtjes koken, borrelen (op het vuur): de rijst staat te pruttelen; — (fig.) morren, binnensmonds praten, omdat men ontevreden is en dit niet hardop durft zeggen; wat heeft hij te pruttelen ?, waarover is hij ontevreden ?