pruimedant
1) (1978) (meestal verkleinvorm) (inf.) vrouwelijk geslachtsdeel. Kijk ook onder pruim*. • Niemand van ons kijkt er vies van op wanneer er een actrice achter het toneel haar benen zit te ontharen of haar gat staat te wassen of haar pruimedantje een beetje opdoft. (Ben Borgart: Blauwe nachten. 1978) • Met kracht stootte ze hem van zich en...