Wat is de betekenis van proteïne?

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

proteïne

proteïne - zelfstandig naamwoord uitspraak: pro-te-i-ne 1. voedingsstof die de bouwstof vormt voor het lichaam ♢ in melk zit veel proteïne Zelfstandig naamwoord: pro-te-i-ne de proteïne ...

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Proteïne

[v. Gr. prooteios = het eerste betreffend, van prootos = eerste; term werd door G.J. Mulder in 1839 ingevoerd, in de mening dat alle eiwitstoffen van één grondtype waren afgeleid] eiwitstof.

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Proteïne

eiwitstof

2024-04-26
Lexicon der Natuurgeneeskunde

Ernst Meyer Camberg (1981).

Proteine

eiwitlichaampjes, zie Eiwit.

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

proteïne

eiwit(stof).

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Proteine

algemene benaming van het plantaardig en dierlijk eiwit.

2024-04-26
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Proteïne

is een enkelvoudige eiwitstof, welke bij hydrolyse uitsluitend in een mengsel van aminozuren overgaat.

2024-04-26
Woordenboek Italiaans (IT-NL)

A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)

proteine

eiwitstoffen.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Proteïne

v. (-n), eiwitstof; oorspr. een bep. eiwitstof, thans, vrijwel uitsl. in het mv., alg. ben. voor de echte eiwitstoffen.