projecteren
projecteren - regelmatig werkwoord uitspraak: pro-jec-te-ren 1. opnamen uitvergroten en tonen ♢ hij projecteerde de film op een scherm 2. zo vervuld zijn van je eigen gedachten dat je denkt dat iemand anders hetzelfde denkt...
Muiswerk Educatief (2017)
projecteren - regelmatig werkwoord uitspraak: pro-jec-te-ren 1. opnamen uitvergroten en tonen ♢ hij projecteerde de film op een scherm 2. zo vervuld zijn van je eigen gedachten dat je denkt dat iemand anders hetzelfde denkt...
Jolanda van der Meijden & Markus van Alphen (2017)
Projecteren - Je eigen gedachten, emoties of problemen toekennen aan iets of iemand anders.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[vgl. Fr. projeter] ontwerpen, plan maken; in projectie brengen (bijv. lijn, figuur); een lichtbeeld op scherm werpen.
Jan Meulendijks (1993)
(projekteren) lichtbeelden vertonen; ontwerpen; eigen gevoelens of gedachten toeschrijven aan een ander (psych.)
Van Dale Uitgevers (1950)
(projecteerde, heeft geprojecteerd), 1. ontwerpen, plannen maken voor: de nieuwe tramweg is geprojecteerd; 2. (tek.) loodlijnen laten vallen uit de punten van een voorwerp op een plat vlak, om zodoende een projectietekening te krijgen; 3. de oppervlakte van een bol, inz. van de aarde, of een deel daarvan volgens zekere regels afbeelden op...
Prof. Dr. P.H. van Laer (1949)
(Lat. proiéctus = part. perf. v. proicere = vooruitwerpen, nederwerpen; < pro = voor, vooruit, + idcere = werpen). Door middel van een sterken lichtbundel en een lenzenstelsel een beeld van iets ontwerpen.
Jacon Kramers Jz (1948)
ontwerpen, plannen of ontwerpen maken; in projectie brengen, neerslaan (van een voorwerp in tekening); van plan of voornemens zijn.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: