Wat is de betekenis van Prŏcus?

2025-07-16
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Prŏcus

i, m. vrijer; overdr., in ’t alg., sollicitant.

2025-07-16
Prisma Latijn Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten