Wat is de betekenis van prames?

deel, aandeel, portie In 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. Köster Henke geeft als voorbeeldzin: ‘Ze waren aan het dobberen, omdat Jaap aan Lukas zijn prames niet gegeven had’ (‘zij waren aan het vechten, omdat Jaap aan Lukas zijn aandeel niet gegeven had’). • Hij hield hullie prames...

(etym.?), deel, aandeel: V. BOLHUIS; iem. prames houden, meedoen met: Hij hield hullie prames. Hij wist toch ook wat je van een snoeptafel snoeien mocht! QUERIDO 3, 150; (met) iemand prames staan, ’t eens zijn met: Dat ze liever stoeide met beenestaakjes uit de Nes, uit de fijne Café Chantants ‘mit raud eilectriek’ en &lsqu...

o., (Barg.) aandeel, portie.

deel; aandeel; portie.

prames - o., (argot), aandeel, portie.