Wat is de betekenis van Practijk?

2025-07-16
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Practijk

zie praxis.

2025-07-16
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Practijk

s., praktyk.

2025-07-16
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

practijk

v. vakoefening; uitvoering, werkdadige toepassing van de kunstregels of de theorie.

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

practijk

v. (Gr.-Lat. practica: tegengestelde van theorie, de toepassing der theorie): de theorie en de practijk der rekenkunde; iets in practijk brengen, toepassen; zie ook praktijk.

2025-07-16
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

practijk

v. vakoefening; toepassing van de theorie.

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

practijk

enz. →: praktijk enz.

2025-07-16
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

practijk

practijk - v., uitoefening; uitvoering ; toepassing.

2025-07-16
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Practijk

uitoefening of toepassing van een kunst of wetenschap; practisch, in tegenstelling van theoretisch, datgene wat doeltreft in het werkdadig leven; practicus, iemand die de juiste middelen aanwendt om zijn doel te be. reiken; ook wel gebezigd om aan te geven, dat iemand, hoewel in kennis te kortschietend, ’t zij door ervari...

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Practijk

Practijk - v. de uitoefening eener kunst, in tegenstelling tot de theorie; het in het dagelijksche leven in toepassing brengen van wat de theorie, de regels leeren ; iets, de regels in practijk brengen; hij leert het door de practijk; de practijk van het leven vraagt het niet, het werkdadige leven.