Wat is de betekenis van Practicabel?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Practicabel

(<Lat.), bn. (-er, -st), (w. g.) uitvoerbaar, doenlijk, mogelijk.

2025-07-16
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Practicabel

[Fr. praticable, van pratiquer = in praktijk brengen] bn uitvoerbaar, doenlijk.

2025-07-16
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Practicabel

uitvoerbaar, doelmatig, bruikbaar.

2025-07-16
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

practicabel

practicabel - uitvoerbaar, doelmatig, bruikbaar.

2025-07-16
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Practicabel

Fr., uitvoerbaar, aanwendbaar.

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Practicabel

Practicabel - bn. (-er, -st), uitvoerbaar, bruikbaar; begaanbaar: de wegen zijn nu nogal practicabel.

2025-07-16
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

practicabel

practicabel - bn. (practicabeler, practicabelst), uitvoerbaar, bruikbaar, begaanbaar