Wat is de betekenis van Potten?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

potten

1) (2006) (jeugd) naar het toilet gaan: 'Ik moet nodig potten.' • (Prisma miniwoordenboek 'Drop your lyrics'. 2006) 2) (1918) (kostscholen) met gesloten mond brommen. • Ook in Beekvliet was de studiezaal bij uitstek de plaats voor dergelijke acties. Als het weer of de stemming onder de jongens slecht was, of zomaar, brak da...

2024-04-27
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Potten

Potten - 'geen potten breken': niets bijzonders presteren, de koers niet naar zijn hand zetten. Vb.: Hinault gaat geen potten breken.

2024-04-27
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

potten

met de gebroken potten zitten (scherven, gebakken peren)

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Potten

v., potsje, potte.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Potten

(potte, heeft gepot), 1. (in een pot doen om te) sparen: gouden tientjes potten; hij heeft braaf gepot, veel geld bespaard ; 2. (van planten) in potten doen of zetten: die stekken moeten gepot worden; 3. (gew.) met de melkpot of de zuigfles grootbrengen: lammeren potten.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

potten

potte, h. gepot (geld bewaren; fig. schraperig zijn v. planten: in potten doen).

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

potten

('pottən) (potte, heeft gepot) 1. in potten zetten : die stekken moeten gepot worden. 2. geld opsparen 3. schraperig zijn.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

potten

(potte, heeft gepot), 1. (geld) in een pot doen om te sparen; opsparen: hij heeft braaf gepot, veel geld gespaard; 2. (planten) in potten doen of zetten: die stekken moeten gepot worden.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)