Wat is de betekenis van Potentaat?

2024-10-10
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-10-10
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Potentaat

[v. Lat. potentatus = macht, heerschappij] 1 machthebber, spec. gekroond heerser, vorst; 2 (fig.) heerszuchtig persoon, iem. die zich dominerend laat gelden, autoritair persoon, 'baas'.

2024-10-10
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Potentaat

machthebber; iemand die zich sterk laat gelden

2024-10-10
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

potentaat

maghebber.

2024-10-10
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Potentaat

machthebber; gekroond hoofd; iemand die zich zeer laat gelden.

2024-10-10
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Potentaat

s., potentaet.

2024-10-10
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Potentaat

(<Er.), m. (...taten), 1. vorst, gekroond hoofd; 2. (fig.) persoon die zich, veelal ten onrechte, zeer laat gelden : hij is een echte potentaat; 3 ‘t is een raar potentaat, het is een vreemd heerschap.

2024-10-10
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

potentaat

m. machthebber, gekroond hoofd.

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-10-10
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

potentaat

m. potentaten (Fr. potentat: macht- of gezaghebber, mogendheid, vorst): zegsw. een rare potentaat, een zonderlinge man.