Wat is de betekenis van Portie?

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

portie

portie - zelfstandig naamwoord uitspraak: por-sie 1. hoeveelheid die je te doen of te eten krijgt ♢ we kregen een flinke portie groente op ons bord 1. hij heeft zijn portie wel gehad [heeft veel ve...

2024-04-26
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

portie

1. voor mijn portie, voor mijn part: ‘Sterf kerel. Loop voor mijn portie dan maar leeg’. Ik wilde hem alleen maar zo vlug moelijk kwijt, vanwege het bloed, BOTING1 102;2. aan iemand portie hebben: een relatie met iemand hebben: ‘Eruit stinkhoer, hep je porsie an ’m’. ‘Wat sèl God nou geife, ’k hep he...

2024-04-26
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Portie

geef mijn - maar aan Fikkie daar moet ik niets van hebben, weten; ik heb er schoon genoeg van. Zie ook er zijn meer hondjes die Fikkie heten. Geef mijn portie maar an Fikkie. Daarvoor ben ik niet in de wieg gelegd, Toon. (Jan Mens: Er wacht een haven, 1950) Torenhoge winsten doemden even in zijn fantasie op, maar ach, de moeite, tijd, spullen, en...

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Portie

toebedeelde hoeveelheid; deel; aandeel; bepaalde hoeveelheid

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Portie

deel, aandeel; erfdeel

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Portie

s., poarsje (it), part (it).

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Portie

(<Fr.-Lat.), v. (-s, ...tiën), 1. aandeel, toegekend part; de legitieme portie, het wettelijk erfdeel; 2. zoveel als iemand krijgt of neemt bij een maaltijd : hij lustte meer dan één portie; een portie vlees; grote, kleine portie groente; drie porties slagroom; — (fig.) iem. zijn portie geven, slagen geven, of streng ber...

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

portie

v. deel, aandeel; erfdeel.