Wat is de betekenis van poke?

2024-04-29
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

poke

(zelfstandig naamwoord) [alg.] prik, steekje, por - Overtuigen gaat zelden met belangrijke argumenten, een klein prikje of steekje onder de gordel werkt meestal beter.

2024-04-29
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

poke

I. zak. II. 1. scharrelen, snuffelen, tasten, voelen; poke about (in a box), zitten rommelen; 2. stoten, steken; (op)poken, (op)porren; zie ook: fun I.; III. stoot, por.

2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)