Wat is de betekenis van Plug-in?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

plug-in

Het begrip plug-in heeft 2 verschillende betekenissen: 1) aanvulling op een computerprogramma. externe aanvulling op een computerprogramma, die met dat programma samenwerkt; invoegtoepassing. 2) hybrideauto met stekker. auto met een verbrandingsmotor en een elektrische motor, die een accu heeft die bij een oplaadpunt, dus met een ste...

2024-04-26
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

plug-in

(zelfstandig naamwoord) [ict] invoegtoepassing, uitbreidingsmodule, insteekprogramma, insteker, invoegprogramma - Er is een invoegtoepassing om mp3 van Youtube op te slaan.

2024-04-26
Neologismen

Instituut voor de Nederlandse Taal (2020)

plug-in

auto met een verbrandingsmotor en een elektrische motor, die een accu heeft die bij een oplaadpunt, dus met een stekker in het stopcontact, kan worden opgeladen; hybrideauto met een accu die door middel van een stekker wordt opgeladen; hybrideauto met stekker; stekkerhybride; plug-inhybride; plug-inhybrideauto Hybride auto’s zijn populair en...

2024-04-26
Internet woordenboek

Ensie (2001)

plug-in

Extern programma dat door een browser wordt geladen voor specifieke toepassingen, bijvoorbeeld voor het weergeven van geluid en video. Zie ook: helper application.

2024-04-26
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Plug-in

Plug-in - (Eng.), (software)programma dat aan een ander computerprogramma wordt toegevoegd. Vroeger bijvoorbeeld een spellingsprogramma dat gebruikt kan worden in een tekstverwerker (tegenwoordig standaard in zo’n pakket). Een van de leukste plug-ins voor je Internetbrowser is RealPlayer. Dat vinden kennelijk meer mensen: het programma om audio en...

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)