Wat is de betekenis van Pletsen?

2024-04-29
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

pletsen

(pletste, gepletst) slaan, een pets geven, een kaakslag geven.in het water slaan, plonzen, plenzen, uitgieten, uitstorten, een plonzend geluid maken, kletteren, gutsen, stortregenen. Toen de eerste regendruppels loom begonnen neer te pletsen, spitten ze als razenden de laatste meters om, in een waanzinnig duel. - HN, 09-12-2002.

2024-04-29
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

pletsen

1. (Iem.) met de vlakke hand slaan, een kaakslag geven; ook: in water e.d. slaan, plonzen, plenzen; - soms bep.: (in de handen) klappen. Hij pinkte guitig op z’n portret in het water, smeet z’n blokken uit, en plonsde toen, pardoes, tot aan z’n knieën in het frisse nat, dat het hoog opspatte rondom hem. Een ogenblik genoot hi...

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pletsen

(pletste, heeft gepletst), (Zuidn.) 1. slaan: ze pletsten in elkaars hand; 2. uitgieten, uitstorten: ze pletste de melk op de vloer; 3. (onoverg.) plonzen, ploffen: geen kloefe en pletst er in 't krakende kruid, of: plompe! daar pletst er een puideken uit (De Clercq); 4. (onoverg.) gutsen, neerstorten: de rege...

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

pletsen

(pletsən) (pletste, heeft gepletst) [klnb.] 1.met de vlakke hand slaan. 2. gedeeltelijk plengen.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

pletsen

(pletste, heeft gepletst), (gew.) 1. slaan: ze pletsten in eikaars hand; 2. plonzen, ploffen; 3. gutsen, neerstorten: het regent dat het pletst.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Pletsen

Pletsen (pletste, heeft gepletst), (Zuidn.) plonzen, plassen, kletsen: het regende, dat het pletste, het stortregende; met de vlakke hand in ‘t water pletsen; een klik water op den vloer pletsen, morsen, storten.