Play
spel
Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)
spel
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. spelen; speling of speelruimte hebben; play or pay, betalen moet je, of je meedoet of niet; II. spelen (op), bespelen; uitspelen [kaart]; spelen tegen; spelen voor, uithangen; uithalen [grap]; laten spelen [ook kanonnen]; laten uitspartelen [vis]; play booty, onder één hoedje spelen; play one's cards well, zijn troeven goed pl...
Ontwerp nu je advertentie. Direct online!
Jacon Kramers Jz (1948)
(pleei) (Eng.) spel; ~ ground, speelplaats, -veld.
dr. Jan Romein (1906)
Eng., spel (zie ook op fair).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.